2011

A.J.H. Dautzenberg

De Tilburgse schrijver Anton Dautzenberg is inmiddels landelijk bekend. Eerder was hij te gast bij Pauw en Witteman. Deze week maakt hij het wel erg bont want Vrij Nederland zowel als Nieuwe Revu publiceert een interview met de spraakmakende auteur. Frans neemt het programma van de avond even met hem door.

Wat vond hij het leukste onderwerp? 'Eigenlijk vond ik de hele avond wel een beetje een Snip & Snap revue,' klinkt het met Limburgse tongval. Dat krijg je als je een act met hoedjes aan het begin zet.

Maar Dautzenberg is positief: de hele avond overziend komt het woord Kei Vet op. Daarbij plaatst hij wel een kanttekening: 'Ik probeerde wel te luisteren maar achter mij zat Tine van de Weyer. Ik vroeg of ze wilde stoppen met praten maar toen zat ze te twitteren. Zodoende heb ik het gedeelte voor de pauze al liplezend gevolgd. Dat was wel een bijzondere ervaring.'

Dautzenberg gaat een zogeheten ecologisch gedicht voordragen dat hij eerder uitprobeerde op de Amsterdamse Uitmarkt. 'Bij het schrijven ervan heb ik niet gedacht aan de drie P's. Maar achteraf viel wel op dat met name de Profit achterbleef.' Dautzenberg heeft het poëem nu aangepast en het is nu helemaal verantwoord.

 

A boy's life is geen sodemieter

Gast, ik zal je zeggen, ik wil zuigen aan een envelop,
met mijn tong slikkers maken van die post, slikkers maken
van die post, totdat ze van genot tegen me koppie aan rost.
Yes, ik maak dat poppie knettergek met mijn gymmende mondcock.
Gymmen met je mondcock, is beter dan een woordenfok.

En daarna schuif ik mijn fokking baas in haar tochtige taas,
sla met mijn stok in haar fokking kippenhok,
sla met mijn stok in haar fokking kippenhok.
Een kippenhok om je rijmpjes te clippen,
Plato's grot om met je woorden te wippen,
met witte kalk de muren te besproeien,
tot die bitch als een cow gaat loeien,
tot die bitch als een cow gaat loeien.

Weet je, ik ga in haar reetje raven, ik ga
lekker leven, die billen als een aardquake laten beven.
In haar reetje raven, lekker leven,
die billen als een aardquake laten beven.

Maar nigger, ik ben heus niet altijd de shit, ik ben niet altijd de shit,
soms wil ik die poesies krollen, met hun pelsje dollen,
ook al ben ik leip gezwollen, deze gast wil chillen en krollen,
deze gast wil chillen en krollen.
Ben ik echt LEIP gezwollen, dan moet ik die poesjes met schaliegas vollen,
plempen met die gieter, a boy's life is geen sodemieter,
ik zeg je, plempen met die gieter, a boy's life is geen sodemieter.

Dude, waar troef ik een focking bitch om te dekken,
een bitch die ik als een kraantje laat lekken?
Weet jij een girlie om te checken, deze pappa heeft zin om te dekken?
En weet dit, jongen, mijn fok is top of the pop, top of the pop.
Ik zeg je, er is nobody die zo brillie fokt als deze neger.
Nobody fokt zo brillie als deze neger,
noem hem gerust een getalenteerde veelpleger.
Yes, nobody fokt zo brillie als deze neger,
noem hem gerust een getalenteerde veelpleger.

Mijn dolk is van 22 karaats puur goud, bij mij krijgt geen chickie het koud.
Geef me een poesje, een lekker spekkie en ik laat
parels druppelen uit haar losgeslagen bekkie,
parels druppelen uit haar losgeslagen bekkie.
Nobody fokt zo brillie als deze neger.
Nobody fokt zo brillie als deze neger.


Volgend artikel: Milieucafé 24 november 2011

Anton Dautzenberg
Anton Dautzenberg

Foto’s: Wendy Presser

Verslag: Hans van den Berk