2014

Dag vogels, dag bijen

Bijensterfte is ook slecht voor vogels

In juli kwamen vogelorganisatie SOVON en de Radbouduniversiteit Nijmegen met een publicatie in Nature. Strekking van het verhaal: waar veel bestrijdingsmiddelen met neonicotinoïden werden gebruikt, kwamen weinig zangvogels voor. We hebben het dan over de veldleeuwerik of de boerenzwaluw. Allemaal vogeltjes van het platteland. Het was al bekend dat die neonicotinoïden ook bijensterfte veroorzaken.

Hierover is een gesprek georganiseerd met ornitholoog Ruud van Dongen en Nol Verdaasdonk, directeur van de Brabantse Milieufederatie. Ruud van Dongen noemt zichzelf 'professioneel vogeltjeskijker': hij is betrokken bij grote projecten en bereidt dan maatregelen voor natuurcompensatie en milieu voor.
Johan van den Hout, Brabants gedeputeerde voor ecologie en groenste politicus van het jaar had ook toegezegd te komen maar ligt ziek op bed. Niet van de bestrijdingsmiddelen, zegt presentator Frans Post erbij.

Gif
Eerst maar die neonicotinoïden. Het is een goed scrabblewoord maar waar praten we eigenlijk over? Nol legt uit dat deze vallen onder de zogeheten systemische middelen: "Dit zijn bestrijdingsmiddelen die ingrijpen op het systeem van de insecten. En daar zit exact het probleem. Ik heb daar meer dan grote zorgen over. Volgens mijn gevoel en overtuiging zijn we bezig een hele schijf uit onze voedselketen weg te snijden."

Ruud van Dongen vult aan dat het inderdaad gemene middelen zijn. Een soort opvolgers van het verboden DDT. "Boeren houden last van insecten. In de gewraakte middelen zit nicotine – een zwaar gif. Deze middelen grijpen in op het neurale stelsel van alle ongewervelde dieren. Hersenen en zenuwen dus. Eerst vertonen de dieren overmatige activiteit; korte tijd later overlijden ze als gevolg van uitputting."

Er wordt een dia geprojecteerd met 15 insectenetende vogels. Al deze dieren blijken last te hebben van het gebruik van de middelen. Een belangrijke soort is de veldleeuwerik. Sinds de jaren '80 wordt het vogeltje gevolgd in het buitengebied. Heden ten dage is nog maar 5 tot 10 procent van de populatie over. De teruggang blijkt zich voor te doen, precies in die gebieden waar veel neonicotinoïden in de omgeving zitten. "Het komt in het oppervlaktewater," weet de ornitholoog. Allerlei insecten overlijden. En dus hebben de vogels niets te eten in de tijd dat ze moeten jongen."

Verdaasdonk vult aan dat de teruggang niet alleen landvogels treft. "Ook in de bodem en in het watersysteem zie je versterkende effecten. Zoals ik al zei, we zijn een hele schijf uit de voedselpiramide aan het slopen. Soorten nemen af, en aantallen binnen soorten nemen af. De signalen zijn er al járen en worden alleen maar sterker. Maar iedere reactie blijft uit!"

Spek en bonen
Uit de berichten over de bijensterfte werd al duidelijk dat insecten belangrijk zijn voor de voortplanting van planten. Maar voor de veldleeuwerik of de boerenzwaluw zijn insecten gewoon voedsel. Zonder voedsel gaan de vogels dood...
De heren blijken niet te weten of de middelen ook ingrijpen op het zenuwstelsel of lichaam van de vogels zelf. Misschien is er sprake van accumulatie als ze dode insecten opeten. Maar voorlopig is alleen duidelijk dat de vogels gewoon voedsel tekort komen.

Het verhaal verbaast Frans Post. De middelen zijn toch toegelaten door de wetgever? Waarom is er niet eerder gewaarschuwd? Heeft iedereen zitten slapen?
Het blijkt iets minder eenvoudig. Nol Verdaasdonk licht toe dat de natuur- en milieubeweging vroeger zitting had in een landelijke koepelorganisatie, de Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen. [Deze bestond als ambtelijke commissie tot 1 januari 1993; toen werd het zelfstandige College Toelating Bestrijdingsmiddelen ingesteld, red.] "De natuurbeweging is op enig moment uit de commissie gestapt omdat men geen zin had om er voor spek en bonen bij te zitten. De producenten van middelen domineren het debat. Sinds het vertrek van de milieubeweging is ons geluid binnen het CTB uitgestorven."

Uitsterven is een graadje erger dan slapen, dus. Ruud van Dongen blijkt ook bezorgd voor de impact van bestrijdingsmiddelen op de mens. "Feitelijk weten we er weinig van. Het RIVM heeft tot nu toe geen schade voor de mens kunnen aantonen. Maar het lijkt erop dat er toch accumulatie in weefsel plaatsvindt, want deze middelen vallen niet snel uit elkaar. Het spul kan gemakkelijk in honing zitten. Bijgevolg krijg je toch constant kleine hoeveelheden binnen. Recent onderzoek laat in de eerste ontwikkelfase van embryo's, toch invloed zien op de hersenen."

Actie
Nol Verdaasdonk weet dat grote overschrijdingen van de norm gemeten worden in het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties. "De stoffen zijn in grote mate aanwezig in ons milieu. Er komt pas een verbod als het acuut giftig blijkt te zijn voor de mens. Maar dat is kortzichtig. Op langere termijn ziet men de urgentie niet. En ik zeg je, neonicotinoïden zijn veel en veel giftiger dan DDT."

Verbieden is een maar heeft de boer een alternatief? Zonder ongediertebestrijding gaat zijn oogst naar de knoppen. Verdaasdonk is niet onder de indruk: "Deze middelen breken de bestaansgrond van boeren ook af, op de langere termijn. Men zit op een doodlopende weg. We moeten streven naar betere landbouwmethoden. Als wij op de huidige voet doorgaan met afhankelijk te zijn van bestrijdingsmiddelen, kan evengoed schaarste ontstaan. Het duurzame economische doel moet zijn: maximalisering van de oogst over honderd jaar."

De BMF-directeur bedoelt dat meer op de lange termijn gedacht moet worden. Hij komt met het voorbeeld van Cuba in de jaren zestig van de vorige eeuw. Na de Cubacrisis had Castro te maken met een boycot door Amerika en ook Rusland trok zijn handen van de heilstaat af. Daardoor werden de Cubanen gedwongen om in hun eigen voedsel te gaan voorzien. "Het was niet makkelijk maar men is er redelijk in geslaagd. Deze fundamentele omslag heeft wel dertig tot veertig jaar geduurd."

Huisdieren
Vraag is of BMF iets tegen de middelen onderneemt. Veel verder dan aandacht vragen en spreken met politieke partijen komt Verdaasdonk niet. "Wetgevend Den Haag is ver verwijderd van de akkers waar de problemen zich voordoen. Er zijn veel te veel interventies mogelijk door lobbyisten."
Hoewel het pessimistisch en soms bijna wanhopig klinkt, is de directeur overtuigd dat er heus wat kan gebeuren als de politieke wil er is. Frans Post weet toevallig dat er eind 2014 een bijeenkomst in Brabant is gepland over deze problematiek.

Blij toe en hard nodig, besluit Nol Verdaasdonk. "Het gebruik is echt wijdverbreid. Alle maïskorrels op de Brabantse velden zijn gedompeld in neonicotinoïden. Ook Ruud van Dongen voorziet een ecologische ramp van grote proporties. "De stoffen gaan op termijn uit het systeem maar we weten niet hoe lang het duurt. Ondertussen kan gemakkelijk ecologische verschraling optreden zoals je die nu ziet bij de vogels."

Het laatste woord is voor Frans Post. Want die weet te melden dat het spul in heel veel Tilburgse kastjes zal staan. Onder de naam Imidacloprid is het te vinden in vlooienbanden voor de kat, in de bekende pipetten en ook in mierenlokdozen.
Misschien krijgt het verhaal dus een vervolg.

 

 


Volgend artikel: Hitte eilanden

Ruud van Dongen en Nol Verdaasdonk

Ruud van Dongen

Frans Post, Michel Jehae, Ruud van Dongen en Nol Verdaasdonk

Nol Verdaasdonk

Ruud van Dongen en Nol Verdaasdonk


Foto's: Wendy Presser

Verslag: Hans van den Berk