2019

Het blijft droog en de natuur lijdt

Watergraaf en ecoloog zijn het eens

De zomer van 2018 was een extreem droge en in 2019 werd het niet veel beter. Het warme weer deed denken aan Mediterrane zomers maar de droogte helaas ook aan de Sahara. Dat er schade optrad aan de natuur is algemeen bekend. Maar dat het, ook in de ondergrond, nog steeds veel te droog blijft, daarover gaan we het vandaag hebben met een bioloog en een watergraaf. Het podium is voor Peter Voorn (Natuurmonumenten) en Erik de Ridder, watergraaf van waterschap De Dommel.

Erik kennen we als wethouder van Tilburg die in mei 2019 werd benoemd als watergraaf. Eerste vraag is natuurlijk hoe de overstap bevallen is. "De eerste tweehonderd dagen heb ik veel mooie dingen meegemaakt. Ik heb kennis mogen maken met veel interessante en betrokken mensen. Dit was bij de gemeente ook al zo, maar ambtenaren komen uit allerlei hoeken bij de overheid terecht. Bij het waterschap tref je mensen die van jongs af aan, al hun hele leven een fascinatie hebben voor water."

De Dommel kent enkele nieuwe en kritische bestuursleden uit Tilburg en Erik de Ridder weet precies op wie we doelen (Veerle Slegers en Maarten van den Tillaart). "Er zitten er vanavond inderdaad een paar in de zaal maar ik heb als watergraaf een ander rol! Ik ben voorzitter van het bestuur. Ik merk dat mensen al vrij snel ergens voor of tegen zijn. Mijn taak is te zorgen dat mensen wel met elkaar blijven praten."

Neerslagtekort
Peter Voorn is blij met de regen van november want de natuur staat er na die tweede kurkdroge zomer niet best voor. "Het heeft er flink ingehakt. Twee zomers plus een droge winter heeft enorme gevolgen voor de waterhuishouding. Er worden twee kaartjes geprojecteerd die het neerslagtekort zichtbaar maken.

Normaal treedt iedere zomer wel een neerslagtekort op. Maar de afgelopen twee jaar was dit extreem: een tekort van 30 cm water. Voorn: "Met een regenbui zoals we die vandaag zagen, valt pakweg 2 tot 5 millimeter. Een deel van dit water verdampt ook nog. Eigenlijk zou er een meter water moeten vallen om het huidige tekort op te heffen."
De situatie herstelt zich nu langzaam maar ook niet overal. In de lage beekdalen stijgt het grondwater, maar de zandgronden in de Peelhorst en de Kempen zijn nog steeds droog.

Is de droogteschade onherstelbaar?
Deels wel, weet Peter. In de Peelvenen, de Reuselse Moeren en het Patersmoer op de Strijbeekse heide bijvoorbeeld. "Hoogveen moet altijd nat zijn. Eenmaal droog gaat veen oxideren, het wordt zwart. Dit herstelt bijna niet meer. De fauna lijdt eveneens schade. De beekprik is zoals bekend aan het infuus gelegd door het waterschap. Voor gentiaanblauwtje, heivlinder, kommavlinder en witsnuitlibellen zien we een sterke afname en is de situatie zorgelijk. Hetzelfde geldt voor de levendbarende hagedis, de wulp en de heikikker. Vrijwel verdwenen zijn de venglazenmaker [een grote libel, red], speerwaterjuffer en medicinale bloedzuiger. Kortom de vennen, natte heide, broekbossen, allemaal hebben ze een enorme dreun gehad."

Voor watergraaf Erik de Ridder is de situatie herkenbaar. Waterschap De Dommel is ook volop bezig met bestrijden van de droogte. "Wat mensen zich goed moeten realiseren is dat het hele systeem in Nederland, traditioneel gericht is geweest op het bestrijden van wateroverlast. Nu is de vraag precies omgekeerd. Ons waterschap beheert tweeduizend kilometer aan watergangen en alles is gebouwd voor het afvoeren van water. Nu moeten we dat desgewenst kunnen omdraaien. Dit betekent meer dan een stuwtje erin zetten. Met name in het bebouwd gebied moeten gemeenten voorzieningen treffen wat water beter wordt opgenomen in de grond. Dit betekent dus stenen eruit en groen erin. Regenwaterafvoeren afkoppelen van het riool. Het gebeurt wel maar we staan pas aan het begin."

Met het omdraaien van de prioriteit moet het systeem duurzaam en klimaatrobuust worden. "Het gaat niet alleen om droogte; in 2016 hebben we ook nog extreme overlast gehad. Er ligt dus een dubbele opgave. De Dommel is daarom overal bezig, in het buitengebied en in beekdalen." Het komt de watergraaf niet slecht uit dat er door het stikstofprobleem opnieuw gekeken wordt naar natuurgebieden, omdat daar sowieso een opgave ligt.

Beregening
Presentator Frans Post vraagt zich af wat voor soort maatregelen er nu nodig zijn.
Peter Voorn heeft een hele verlanglijst; concreet zijn aanpassingen mogelijk in het maaibeleid. De oevers van 2000 kilometer sloten en 400 kilometer beken worden standaard eenmaal per jaar gemaaid. "Maar in een droge situatie is dit niet nodig en niet wenselijk. Dus kun je hier flexibeler mee omgaan. Maak een maaibestek voor het droge en voor het natte scenario."

Erik de Ridder vertelt dat dit al gebeurt; men is ermee begonnen als proef en die beviel goed. "Het maaien dient om het water goed af te kunnen voeren maar je hebt gelijk: bij droogte wil je het juist vasthouden."

Een ander groot probleem voor Peter Voorn zijn de beregeningsinstallaties van boeren. Brabant telt er 25.000. Deze installaties zijn deels vergunningvrij, maar hebben grote invloed op het grondwaterpeil. "Je kunt daar als bestuur meer regie op zetten. Instituut Deltares heeft tien jaar geleden al een modelberekening gemaakt voor beregening; daaruit blijkt dat het lager grondwaterpeil maakt dat ook het kwelwater wegvalt. Feitelijk trekken de boeren het water onder de natuurgebieden vandaan."

Watergraaf De Ridder is het van harte eens met de ecoloog maar wijst erop dat de provincie hier voor een groot deel over gaat. "We kunnen alleen samen oplossingen bereiken. Brabant Water onttrekt heel veel drinkwater aan de bodem, en de industrie ook. De agrarische beregening trekt het grondwater nog een meter verder omlaag, in een toch al droog seizoen. Dan valt de kweldruk inderdaad weg."

Voor Peter Voorn moet er een flinke tand worden bijgezet om de situatie te verbeteren. Erik herhaalt dat het onderwerp hoog op de agenda staat: men is volop bezig met maaibeleid en grondwaterbeleid. "We werken aan de herinrichting van het buitengebied en alleen al in het stroomgebied van de Dommel gaan 135 projecten precies hierover. Iedereen kan ook een bijdrage leveren. Consumenten door bijvoorbeeld regenwater af te koppelen van het riool. Of door een regenton aan te schaffen. De sponswerking van de stad moet worden versterkt."

Peter Voorn wil tot besluit niet vervallen in pessimisme. "De graslanden en wegbermen staan er momenteel goed bij. Andere soorten hebben deze zomer kunnen ontkiemen en bloeien. Het verhaal is dus niet alleen maar negatief."
Erik de Ridder wil ook de verwachtingen managen: "Als we minder vaak oevers gaan maaien, moet je ook accepteren dat bij een enorme hoosbui gebied onder water kan komen staan. Er bestaat nu eenmaal geen 'Loket Eenvoudige Oplossingen' voor ingewikkelde vraagstukken."

De conclusie luidt dus dat partijen flink hun best doen om de droogte te bestrijden, maar dat het nog niet genoeg is. Geconfronteerd met klimaatverandering, structurele verdroging en stikstofbelasting kunnen bestuurders niet volstaan met halfzacht beleid; er zijn grote veranderingen op komst. In het watersysteem, in de landbouw en bij de landinrichting.


Volgend artikel: Fietsknelpunten


Verslag: Hans van den Berk

Foto's: Wendy Presser