2014

Frank Dietz en Wouter Helmer:

Een Groener Tilburg

Vroeger werd milieu gezien als tegengesteld aan economie. En natuur als iets dat vooral geld kost en niets oplevert. Gelukkig zijn de inzichten veranderd; economie gaat ook over groen, en groen gaat ook over economie. Vandaar dat twee heren zijn uitgenodigd om elkaar kruislings te bestuiven.

Frank Dietz is milieueconoom bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Toevallig net die week publiceerde het PBL een verhaal dat de maatregelen van het kabinet voor schone lucht, vrijwel geen effect hebben. Tweede gast is Wouter Helmer, van ARK natuurontwikkeling. Een van Nederlands succesvolste natuurbeschermers die aan de wieg stond van de Gelderse Poort. Hij geldt als één van de grondleggers van het wildernisdenken. En hij eindigt ieder jaar hoog in de Duurzame top 100.

Wouter Helmer voert al 30 jaar succesvol natuurprojecten uit in heel Europa. Wat is het geheim van Helmer? Hij blijft er nuchter onder: "Ik probeer gewoon om natuur een plek te geven in de moderne samenleving. En concreet te blijven. Je praat over schoon drinkwater, duurzame grondstoffenwinning. Ik ben minder van het plannen maken, liever laat ik via praktijkvoorbeelden zien hoe het ook kan. Dan wijs ik op de Grensmaas in Limburg, en van recentere datum het project Maashorst (omgeving Oss-Uden). Dat zijn voorbeelden die mensen aanspreken."

Groene banen
Aan Dietz de vraag wat het PBL doet. "Wij zijn een kennisfabriek. We denken na over de vraag of beleidsinspanningen ook het succes opleveren waarop ze mikken. En we signaleren ontwikkelingen, vooral als ze de verkeerde kant op dreigen te gaan."

De honger naar kennis blijkt groot. Het PBL zet beleidsvragen uit als onderzoeksvragen bij wetenschappelijke instellingen. "Zaken als luchtkwaliteit en klimaat zijn hele grote en complexe vraagstukken. Die moet je in combinatie en samenhang bekijken."

Dietz ziet niets in het modieuze concept van 'groene banen'. "Daar kan ik niks mee. Praat je dan over iemand die afval opruimt? Of het recyclet? Of is een groene werker iemand die juist afval voorkomt. De echte vraag voor mij is teruggaan naar het doel. Waar deden we het voor? Wat wilden we bereiken? Welnu, dóe dat dan."

De dagelijkse praktijk biedt aanknopingspunten genoeg - ook voor ergernis. De reiskostenvergoedingen voor forensen zijn Dietz een doorn in het oog. "Ik begrijp dat afschaffen daarvan politiek niet wenselijk is. Maar de vergoeding is ecologisch beschouwd niet redelijk. Ik vind dat je als beleidsmaker consequent moet zijn."

200 banen
De relatie tussen natuur en economie is een boeiende. Wouter Helmer wijst op de Gelderse Poort. "Als gevolg van de plannen zouden zes boerengezinnen het bedrijf moeten beëindigen. Dus was de vrees dat de natuurontwikkeling banen zou kosten. Inmiddels weten we dat meer dan 200 nieuwe banen zijn gecreëerd. Je praat over veerpontjes, een wilderniscafé, gidsen, een bed & breakfast, de hele rataplan. We zien nieuwe initiatieven in de kleifabricage, een afgeschreven bedrijfstak. Als natuurplan heeft de Grensmaas 2 miljard euro opgeleverd. Zodoende kon 2 kilometer rivier hoogwaterveilig gemaakt worden, zonder dat het overheid een cent kost. Er zijn dus hele harde baten gemoeid met natuurontwikkeling."

Allemaal leuk en aardig maar wat betekent dit voor Tilburg. Aan welke knoppen kan een gemeente draaien? Wat moet er gebeuren om Tilburg te verduurzamen?
Voor wetenschapper Dietz is die vraag niet moeilijk: "Je moet gewoon eisen stellen. Eisen aan het OV, aan de luchtkwaliteit, aan het aantal te isoleren huizen. Er is niets mis met ambitieuze eisen stellen bij een aanbesteding. VVD-ers hebben wat dat betreft ongelijk: dit soort eisen werkt niet kostprijsverhogend. Integendeel, je daagt ondernemers uit en als resultaat bespaar je op grondstoffen en energie."

Dietz wil maar zeggen: Het is perfect in orde als een gemeente eist: wij willen geen dieselauto's in onze stad. Wij binden de strijd aan met die hele fijne stofdeeltjes. "Dit heeft niets te maken met uit de markt prijzen. En los daarvan: waarom zou gezondheid niets mogen kosten?"
Zaalgast Gert Brunink klapt spontaan bij deze academische vraag maar hij blijft de enige. Gedreven gaat Dietz verder: "Het klopt dat diesel goedkoper is dan benzine. Maar het is ook veel schadelijker voor de gezondheid. Je kunt dat als gemeente toch gewoon formuleren? Provincies bestellen nu ook bussen op aardgas."

Stadhuis Tilburg
Op Tilburgs grondgebied is sprake van een totaal vernieuwd stadhuis. Dietz roept op om daar nou een 'circulair stadhuis' van te maken. Hij bedoelt kringloop (Cradle to Cradle): materialen aanwenden die later weer kunnen worden teruggenomen voor hergebruik. "Een bedrijf als Philips verkoopt tegenwoordig verlichtingsuren, in plaats van armaturen. Zodoende kunnen ze de techniek tussentijds aanpassen. Het klassieke denken is dat een gebouw honderd jaar moet blijven staan. Maar we weten nu al dat in twintig jaar, de wereld gigantisch verandert. Dus zal ook de inrichting van een stadskantoor moeten kunnen meeveranderen."

De klassieke methode van sloop leidt volgens Dietz tot gigantische verliezen. "Milieuvriendelijk bouwen is niet duurder; over de hele levensduur bezien is het juist goedkoper. Alleen letten op stichtingskosten bij aanvang, is niet de goede visie." Hij wijst op het ministerie van Financiën: enkele jaren geleden is dit ingrijpend verbouwd. "Dit gebeurde in combinatie met een onderhoudscontract voor 30 jaar. Reken maar, als je een bedrijf medeverantwoordelijk maakt, dan krijg je nóóit een sick building. Mensen werken er nu graag. En je mag aannemen dat het ministerie van Financiën echt wel op de prijs gelet heeft. Het sommetje is gewoon: minder verspilling is minder kosten."

Groene Long een succes

Wouter Helmer wordt gevraagd om zijn oordeel over de plannen voor de Groene Long; het gebied ten zuidwesten van Tilburg. Hoe kan dit plan een succes worden?
Helmer kent het gebied niet goed maar hij heeft wel verstand van werkzame principes. "Je moet snel gaan werken, niet aan een visie of een alomvattend aan plan, maar gewoon snel beginnen met een makkelijke eerste stap. Geen circus optuigen met klankbordgroepen en stuurgroepen. Gewoon een lijstje maken met quick wins. Dit gebied is voor driekwart omgeven door de stad. Maar de mensen zien het niet als hun gebied, want ze kunnen er niet in! Als wij van ARK ergens wat hectaren grond kopen, is het eerste wat we doen het prikkeldraad eruit slopen. Dit doen we samen met de mensen. We beginnen met een feestje! En voor nadelige effecten van het open gooien van het gebied hoef je niet te vrezen. De Gelderse Poort beslaat 4.000 hectaren, en op 80 procent daarvan komt niemand, ook niet na de openstelling."

Belangrijk volgens Wouter Helmer is dat de versnippering uit gebieden verdwijnt. En dat het leuk wordt voor het publiek. "In Polen hebben we recent 20 cameravallen geplaats bij een vossenburg of vogelnest. Breng vervolgens een programma waarbij er elke morgen een nieuwtje te melden valt. Binnen een jaar heb je tienduizenden belangstellenden! Daarmee creëer je draagvlak."

De kosten vormen volgens Helmer geen beletsel. "Je kunt met bijna niks enorme stappen zetten. Bij de ontwikkeling van een natuurproject gaat het niet alleen om infrastructuur, juist niet! Infrastructuur als wegen en paden heeft tot gevolg dat het gebied wordt gecompartimenteerd. Beter is het om juist hekken te slopen, dat maakt het gebied groter in plaats van kleiner. Onze ervaring is: de moderne stedeling wil in het buitengebied, dingen zien die níet stads zijn. Die wil een gebied waar je lekker kunt struinen waar je wil. En als je het zo insteekt, kan het gebied ook veel meer aan."

Pure winst
Hoewel Helmer de Kaaistoep en omgeving niet goed kent weet hij wel dat de gemeente Tilburg veel grond in bezit heeft. En dat er sprake is van een waterwingebied. "Met andere woorden: de natuur levert nu al miljoenen op omdat het water schoon uit de grond komt. Er is geen zuivering nodig zoals bij landbouwgrond. Dit is dus pure winst."

Bos hoeft voor hem ook niet altijd omgevormd te worden met grote machines. "Ook daar kun je een feestje van maken. Machines maken veel ondergroei kapot. Het is veel leuker en goedkoper om met zijn allen dennenhout eruit te slepen. Met de hand."
Op dezelfde manier is het aanplanten van nieuw bos niet nodig. In de natuur komen scheuten vanzelf op. "Wat je wil is dat een gebied ruimte, vrijheid en avontuur gaat uitstralen. In een dennenbos kan een blind paard geen schade aanrichten. Stel het daarom gewoon open. En met ondernemers die geld verdienen aan de omgeving kun je ook afspraken maken over een tegenprestatie elders in het gebied."

Op het doek verschijnt weer een tekst voor het Akkoord van Paradox.

"Herijk het gemeentelijk aanbestedingsbeleid: maak Total Cost of Ownership leidend, stel concrete milieueisen, stimuleer hergebruik en zet in op klimaatneutraal. Bevoordeel bedrijven met inzet van mensen met een handicap en Tilburgse werklozen."

En over de Groene Long heet het:

"Ontsluit het gebied, haal prikkeldraad en hekken weg en laat loofbos en heide ontstaan. Geef ruimte aan vrijetijdsbesteding en horeca en regel met partners dat de natuurlijke processen weer hun gang kunnen gaan en beleefbaar zijn voor de Tilburgers. Begin al in 2014 met de aanleg van 'ommetjes', zorg voor een budget voor cofinanciering en gebruik huidige groenmiddelen voor extra inzet."

De zaal beloont het met een beleefd applaus. Helmer wil nog wel kwijt dat hij de Groene Long een slechte naam vindt. En 'de oksel van Tilburg' klinkt ook vies. Wat dat betreft vind ik de Warande veel aardiger klinken. Een naam is belangrijk voor de marketing, het merk Gelderse Poort levert op zich al honderdduizenden bezoekers op."

Het is tijd voor wat ideeën uit de zaal. Een bezoeker oppert een ecotaks voor horeca-ondernemers. Het brengt Wouter Helmer op het punt van de bewoning. "Ik zag een complete hagelslag van kleine zomerhuisjes. Zoiets is ontegenzeglijk leuk voor het wonen maar het vormt wel een belemmering voor het ontsluiten van het gebied. Het is dan slim om op strategische plekken wat meer te investeren, zodat ook de huizenbezitters erop vooruit gaan."

Gert Brunink vraagt zich af hoe de echte verbinding kan worden gemaakt tussen stad en buitengebied. Door een herkenbaar landschap te ontwikkelen, reageert Helmer. Door het als één gebied te behandelen. In Tilburg praat je met 1.450 hectaren over potentieel het grootste stadspark van Nederland. Maar de Grensmaas en de Maashorst kun je feitelijk ook beschouwen als stadsparken. De Millingerwaard kent een oase met een theehuis dat werkt als een magneet op stadsbewoners.

Een derde bezoeker wijst op de doorsnijding van het gebied door de Gilzerbaan. Frans Post ziet dit niet als een probleem op voorhand. "Het is een goed punt, maar we zien de weg nu niet als een scheiding. We zien wel." En Wouter Helmer onderschrijft: "Begin niet met het probleem maar met oplossingen. Anders houd je de ontwikkeling alleen maar op."

Pasbenoemd GroenLinks raadslid Paulus Oerlemans besluit met een goede vraag. "Ik beluister nu dat het gebied als één geheel moet worden ontwikkeld. Maar in jullie eerste schets zie ik wel een gecompartimenteerd plan. Dus nu weet ik niet goed wat ik morgen moet gaan inbrengen in de coalitiebesprekingen."

Frans Post verklaart dat de reden voor die vakjes is dat er al veel partijen actief zijn. Ze sluiten dus aan op het huidige gebruik. Wouter Helmer blijft de Groene Long een prachtig concept vinden. Ruimte geven aan de beek spreekt hem aan. "Wellicht is het een idee om buiten het gebied nog wat gronden te verwerven, zodat je kunt ruilen. Maar mijn advies is om niet te snel stratego te gaan spelen. Eerst de grenzen en de belemmeringen opruimen zodat het gebied een eenheid wordt. Als je nu te snel functies vastlegt, kun je daar later spijt van krijgen. Kortom: hoed je voor blauwdrukdenken en langetermijnvisies. Ga niet mee in het vierjaarsritme van de raad. Richt je op de lange termijn: zorg voor openheid en het betrekken van mensen. Dát leidt tot duurzame resultaten."

En dat is een heel mooi moment om de pauze te beginnen.


Volgend artikel: Schone lucht

Frank Dietz en Wouter Helmer

Frank Dietz

Wouter Helmer

Frans, Post, Michel Jehae, Frank Dietz en Wouter Helmer

Wouter Helmer


Foto’s: Wendy Presser

Verslag: Hans van den Berk