'De Siberische grondeekhoorn zit niemand in de weg'
Het zal veel mensen zijn ontgaan, maar 22 mei was de VN-dag van de exoten. Ze blijken al zo oud te zijn als de mensheid. De fazant, de korenbloem, het konijn: allemaal exoten. Maar als ze minder dan honderd jaar hier rondlopen of -vliegen heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit er moeite mee. Want ze kunnen grote schade toebrengen aan de natuur. In Tilburg is sprake van halsbandparkieten (Wilhelminapark), grote Canadese ganzen (Regte Heide), honderden Amerikaanse rivierkreeften in de Kaaistoep en, in de Warande, de Siberische grondeekhoorn. Laatstgenoemde heeft voorvaderen die ooit ontsnapt zijn uit het toenmalige Tilburgse Dierenpark.
Jan van Spaandonk, beleidsmedewerker bij het ministerie van LNV, stelt nuchter dat als het aan het ministerie had gelegen, die dag van de Exoten niet nodig was geweest: "Het ministerie treedt op als er een probleem is. Verder moet je niet overdrijven. Alle inheemse zoogdieren zijn beschermd, behalve de zwarte en de bruine rat en de huismuis. De Siberische grondekhoorn zit nu nog helemaal niet in de weg. Hij leeft op de grond en levert geen risico op voor de hoog in de bomen levende inheemse rode eekhoorn."
Bioloog Rob Vereijken schat dat van de duizend exoten in Nederland er twee- tot driehonderd in Tilburg rondlopen. Is Nederland ook qua natuur vol? "Waternavel en waterpest kunnen inderdaad hinder opleveren."
Jager Kees van Hulst meldt dat in Brabant volgens internationale verdragen alleen de rosse stekelstraat (een eendensoort die zich ongewenst kan kruisen met de witkopeend) bestreden moet worden. Op de grote Canadese gans is het vrij schieten en daar zit veel vlees aan. "De gans veroorzaakt ook overlast en neemt sterk in aantal toe", zegt Van Hulst. "Hij levert gevaar op voor het vliegverkeer en hij kruist ook met de grauwe gans en dat is niet de bedoeling."
De drie gasten zijn het er over eens dat het lastig is om veel exoten te bestrijden, zeker als het probleem pas wordt aangepakt als het eigenlijk al te laat is, namelijk op het moment dat er sprake is van overlast. "Je moet dat moment vóór zijn", vindt Van Hulst.
Van Spaandonk heeft overigens nog een laatste kanttekening bij het bestrijden van 'schietbare' exoten door jagers: "Zij zullen een gans nooit helemaal uitroeien. Want ze jagen om ervan te eten en ze willen volgend jaar ook nog wat te eten hebben."
Op de website www.invasieve-exoten.nl kunt u onder meer lezen wat precies onder invasieve exoten wordt verstaan, hoe ze hier komen en waarom ze schadelijk kunnen zijn.
Volgend artikel: 'Longpatiënten horen we nergens'
Foto’s: Wendy Presser
Verslag: Hans van den Berk
