2012

Van goede en foute houtkachels

De winter nadert en in één op de vijf huishoudens betekent dit dat de houtkachel weer aan gaat. Meestal voor de gezelligheid maar de laatste tijd speelt ook het energie-argument een rol: als de kachel brandt slaat de cv-thermostaat niet aan. En dat scheelt in de gasrekening.

Er blijken maar liefst 1,3 miljoen houtkachels in Nederland te staan. Ruwweg de helft daarvan zijn open haarden, de andere helft zijn gesloten kachels, ofwel inbouw ofwel vrijstaand (440.000 stuks).
Vrijstaande kachels hebben het hoogste rendement (75 procent) en stoten het minste koolmonoxide, fijnstof en PAK's uit. De open haard blijkt op alle fronten de grootste vervuiler. Gezellig dus.

open haard kachel ongekeurd inzetkachel kachel vrijstaand
rendement 10% 50% 60% 75%
CO 31.250 12.500 6.250 5.000
totaal stof 4.375 375 52 42
PAK's 31 11 6 5

Presentator Frans Post laat enkele 'goede' kachels zien: de speksteenkachel, de tegelkachel en de pellet-kachel die kleine korrels hout verorbert. Goede kachels slaan de warmte op zodat die geleidelijk vrijkomt in de vorm van behaaglijke straling.
Foute kachels zijn er ook: gaskachels en de al genoemde open haarden. Voor brandstoffen geldt dat pellets en schoon hout goed scoren, maar sloophout, spaanplaat en oude kranten dus helemaal niet.

Bart Leenders is te gast als vertegenwoordiger van een bekende fabriek: Harrie Leenders Haardkachels uit Oirschot. Men ontwerpt en fabriceert zelf en stelt op de website dat 'iedereen die een haard stookt van Harrie Leenders, daarmee een waardevolle bijdrage levert aan de natuur. Immers, onze vuren branden zuiver, zonder extra productie van CO2 en gaan een leven lang mee.'

Dat maakt nieuwsgierig naar de kopers. Wat zijn dat voor mensen? vraagt Frans Post aan Bart Leenders. "Gewone mensen zoals u en ik," komt het nuchtere antwoord. Leenders blijkt dealers te hebben zitten in heel Europa maar de meeste klanten komen toch uit Nederland. Het bedrijf ontwikkelt en produceert voornamelijk gesloten kachels - "de goede dus."

Gezellig
Waarom kopen mensen een houtkachel? Dat is een inkoppertje en op de powerpoint verschijnt dan ook een gezellig knisperend houtvuur. Het gaat mensen inderdaad om de warmte en de gezelligheid. Het kostenargument speelt over het algemeen minder, meldt Leenders: "Wij maken ook niet de goedkoopste haarden. Mensen zien ze vooral als een interieurobject." Bart signaleert wel een trend: de laatste anderhalf jaar ziet men een toenemende vraag naar echte verwarmingshaarden. "Dat zal met de crisis te maken hebben."

De milieuaspecten vormen inderdaad een ontwerpuitdaging voor de fabrikant. Fijnstof bijvoorbeeld komt er wel uit maar niet uit het rookkanaal - het gaat dus de kamer in. Hout is CO2-neutraal, dat is wel gunstig. Lage gehaltes aan koolmonoxide en andere stoffen zijn vooral een kwestie van goed ontwerpen en goed afstellen. "Maar helaas brandt alles en stoken mensen niet altijd op de juiste manier." De ervaring van de verkoper is ook dat klanten helemaal niet met milieuzaken bezig zijn. "Hun nieuwe kachel moet gewoon mooi, betaalbaar en veilig zijn."

Stookcollege
Leenders blijkt wel een aardig initiatief te hebben genomen. Nieuwe klanten worden na hun aanschaf uitgenodigd voor een heus stookcollege. Men krijgt daar een goede respons op; 60 tot 70 procent van de mensen meldt zich aan voor een dergelijke dinsdagavond. "Ze steken daar wel iets van op," grapt Bart, "Ook als ze niet zo bezig zijn met het milieu."

Bij een open haard is het recept eigenlijk heel simpel: gebruik goed hout. Dat wil zeggen niet vervuild en goed droog. Het probleem met gesloten kachels is dat mensen daarin een heel goed vuur kunnen stoken maar ook een heel slecht vuur. Als je niet weet hoe het werkt... "Het slechtste wat je kunt doen en de meest gemaakte fout," doceert Leenders: "Men koopt een te zware kachel, met een te grote minimale capaciteit. Wat dan gebeurt is dat je gaat stoken bij een te lage temperatuur. Het vuur voedt de kachel niet meer maar belast het proces."
Fout nummer 2 is te nat hout in de kachel stoppen. "Vocht verdampen kost in verhouding heel veel energie. Als je hout gebruikt met 40 procent vocht, is nog maar helft van de energie beschikbaar voor verbranding."

Het familiebedrijf (opgericht in 1979 door Bart's vader Harrie en zijn vrouw Margriet) ziet wel een algemene trend: in tijden van hoogconjunctuur wordt de milieubelasting belangrijk gevonden. Bij laagconjunctuur daarentegen gaat de prijs een belangrijker rol spelen. Hout is goedkoper dan gas, en doordat de thermostaat minder vaak aanslaat worden ongebruikte delen van het huis wat lager gestookt dan puur op de centrale verwarming.
"Een dalende gasrekening is nu een hot issue," besluit Bart Leenders. "Maar vier jaar geleden was dit gesprek heel anders gegaan. Dus bij de volgende golf van hoogconjunctuur kom ik zeker weer een keer langs."

De naam staat in het lijstje.

 

 



Volgend artikel: Trein naar België

Houtkachel
Frans Post en Bart Leenders
Bart Leenders
Frans Post en Bart Leenders

Foto’s: Wendy Presser

Verslag: Hans van den Berk