De Zeeuwse country van Joe Buck
Zoals gewoonlijk komt de muziek in het Milieucafé van jonge talenten van wie veel verwacht mag worden. Met de Tilburgse Rockacademie onder handbereik kan muziekscout Frans de Laat putten uit een rijk gevulde kweekvijver. Vanavond is de beurt aan het Zeeuwse natuurtalent Joe Buck. Hij studeerde af op 22 juni maar trok al voor die tijd de aandacht.
Zo hoort hij bij de grootste beloften van de talentenjacht van Giel Beelen. Podiumervaring heeft Joe ook want hij speelde in een uitverkocht Paradiso en stond ook al op countryfestivals. Hij opende voor en speelde met de Common Linnets, de band van Ilse Delange. En bij het platenlabel van diezelfde Ilse Delange heeft hij inmiddels een contract getekend.
Joe wordt op het podium van Paradox bijgestaan door gitarist Simon Leferink. Het liedje Play That Card klinkt vrolijk en onmiskenbaar Amerikaans. Zelf verklaart Joe beïnvloed te zijn door John Mayer en Taylor Swift en daar is niets mis mee. Op het podium blijkt weer eens de kracht van country-pop: welbeschouwd zijn de akkoorden en de melodieën simpel. De kunst is om het toch weer geweldig en origineel te laten klinken en Joe Buck slaagt daarin.
Recht in het hart
Na de pauze verklaart Joe blij te zijn met de volle zaal. Binnenkort gaat hij naar Nashville om nieuwe muziek te schrijven - het walhalla en de ultieme droom voor elke countryliefhebber. Joe nodigt iedereen uit hem te volgen op zijn reis via Instagram en Facebook.
Ook het liedje A Heart Like Yours klinkt weer bedrieglijk eenvoudig. En toch lijkt het niet op een van die honderdduizenden andere liedjes. "A heart like yours will always be safe with a heart like mine." Het werkje kent een hoge smeltfactor en Joe Bucks zang vindt direct zijn weg naar het hart van het publiek.
Het kan dienen als verplichte kost voor brakke houseliefhebbers. In Nashville kan Joe misschien de groeten doen aan David Rawlings. De meester van de onnavolgbare tweede stemmen werkt allicht inspirerend voor Simon Leferink.
Volgend artikel: Environmental Lounge Cafe
Foto's: Wendy Presser
Verslag: Hans van den Berk