2017

Martin Beversluis

Stadsdichterlijk drieluik

Stadsdichter Martin Beversluis verrast het publiek door bij de opening vanuit het publiek en luidkeels declamerend het podium op te komen. Hij maakt indruk, niet alleen door zijn dictie maar ook door zijn ritme en verschijning. Beversluis is een gevoelig en kritisch observator en weet wat hij ziet op indrukwekkende wijze in gedichten te verpakken. Hij werkt samen met muzikanten en beeldend kunstenaars. Als stadsdichter zoekt hij regelmatig Tom Pijnenburg op en zo ontstaan sterke videoclips.

Beversluis (Vlaardingen, 1972) is sinds 30 augustus 2015 de zevende stadsdichter van Tilburg. Dit jaar eindigt zijn stadsdichterschap weer. Tot zijn achttiende woonde hij in Vlaardingen. Na een verloren jaar in Den Haag verhuist Martin naar Tilburg om aan de 'Academie voor Journalistiek en Voorlichting' te studeren. Tijdens deze studie geeft hij in eigen beheer zijn eerste dichtbundel uit, 'De Zeisloper' (1995). De tweede bundel 'Voltooi in mij' verschijnt in 1996 bij Stichting Raamwerk Eindhoven. Bij zijn installatie als stadsdichter komt ook zijn nieuwe bundel 'Meandertaler' uit bij uitgeverij Blikvorm.

Martin signaleert dat hij vanavond als stadsdichter in bijzonder gezelschap is: "Dit is opmerkelijk gepland, ik sta hier nu op het podium van Paradox met Ko de Laat en Hans d'Olivat. Die gelden allebei als mijn gedoodverfde opvolgers als stadsdichter! Tenzij de commissie een hele vreemde keus maakt."

Na de pauze komt Martin nog een keer terug. Allereerst met een liefdesgedicht voor Tilburg; tevens zijn eerste stadsgedicht.

Dwaallichtje

je bent lief als een briesje
in het ochtendlicht je bent
leed dat je met anderen deelt
je gedraagt je graag als een sjiek dom blondje
en dan loop je mee in een winkelrondje

dat alles ben jij
nee je bent nog veel meer

ik kan sterven aan schoonheid als ik door je parken loop
je bent een lelijk eendje als ik over je pleinen fiets
dit kleine dwaallichtje onderweg naar niets
is in constante tweestrijd concurrentie
haat en nijd dat alles ben jij

en veel meer

dit dwaallichtje zal lichter van gewicht zijn
en onderweg naar nergens want daar is het ook fijn
jij minachtte me het liefst hier bouwde ik mijn huis
en hoeveel keer heb jij mij al niet liefdevol verguisd
jij bent de ene helft ik ben de andere
je bent de stad die me heeft doen veranderen
tot ik niet anders kon dan voor anker gaan
dat alles ben jij

en meer

je bent vader en moeder tegelijk
en ik zie als ik zo op en in je kijk
je bent de mannen en de vrouwen
je bent de vriendschap en het vertrouwen
je bent de geschonden gebouwen
als stad absoluut een discounter
en terwijl ik veel in je haat kan ik steeds van je houden

dat alles ben jij

maar je bent nooit
een pas gekookt potje stoofperen
een windturbine
in een land zonder kinderen
of een ui.

Een tweede gedicht dat hier niet mag ontbreken gaat over de fameuze Tilburgse lindeboom. Het werd geschreven in opdracht van Stichting Stadsbomen Tilburg en het Brabants Dagblad voor de verkiezing van de mooiste boom van Tilburg, waarvan de uitslag op 25 september 2016 werd bekendgemaakt.

Gebed voor de mooiste boom

Onze Linde
die in de hemel is
jij gaf de stad haar naam
de herinnering aan jou is
ons heilig we offerden je
op voor een fietsenkelder
en ook je nazaten overleefden
in Tilburg niet

onze Linde
die in de hemel is
ik noem je ik vraag je
zie deze levende boom
wil je deze boom zegenen
alsjeblieft in naam
van het bladgroen
de bloemen en de
eeuwige wortels

en wil je hem beschermen
tegen onweer en droogte
bespreek ’t even met God in
den hoge dan komt het wel goed
en er is nog iets waartegen je
de boom beschermen moet

onze Linde die in de hemel is zie
om naar deze boom bescherm hem vooral
tegen mensen eigenlijk tegen onszelf
in onze stadse nieuwe plannen
zijn we vaak een beetje dom
we wijzen eerst de mooiste boom aan
en die hakken we dan om.

Tot slot wijdt Martin Beversluis een gedicht aan het bouwproject achter De Rooi Harten (Bredaseweg). Was het concept van een 'gated community' voor homo's eerst nog een grap, het project waar zo veel groen voor moest wijken kwam er toch.

Wijken voor rijken

Dat was destijds een mooie proefballon
want ‘Schande’ riep ieder die spreken kon
tot al redelijk snel bleek: ze namen ons in de zeik
met heel die ommuurde homowijk

nu ging het nog een tijdje duren
eer ze het plan konden vermarkten
voor die miniwijk met muren
op het perceel van De Rooi Harten

wil je op bezoek bij onze mooiste bomen
weet dan dat je nooit alleen zult zijn
als je er überhaupt kunt komen
die bomen staan op privéterrein

wat we toen vreesden is nu werkelijkheid
Tilburg heeft ommuurde wijken
op verzoek gebouwd voor de superrijken
en die beveiligers komen er ook mettertijd.

Waarvan akte.

 


Volgend artikel: Ko de Laat: subtiele observaties met humor


Foto's: Wendy Presser

Verslag: Hans van den Berk