2016

Product blijft Product

We leven in een weggooimaatschappij. Sommige mensen kiezen daarvoor – al zal dit niet erg bewust gebeuren. Anderen proberen kapotte spullen te laten repareren. Of overbodige spullen te ruilen of door te verkopen. In de praktijk blijkt dit vaak nog niet zo makkelijk. Het goede nieuws is dat er gewerkt wordt aan alternatieven. Hidde van Kersen van Stichting Natuur en Milieu deed een proef in Tilburg. En hij is naar Paradox gekomen om te vertellen over de resultaten.

Michel Jehae valt direct met de deur in huis: Waarom zouden mensen moeilijk doen als weggooien veel makkelijker is?
Van Kersen legt de link met voedselverspilling: "Eigenlijk werkt het bij producten hetzelfde. Je gooit gewoonk geld weg. En daarnaast ook grondstoffen. Je vernietigt waarde, en dat is welbeschouwd zonde."

Terwijl het Repair Café folders uitdeelt gaat Hidde verder: "Als je een product repareert hoef je geen nieuwe grondstoffen te gebruiken. Dan praat je al over een duurzaam concept. Je spaart het milieu, je bespaart geld, en je investeert ook in sociale waarde. Want door dingen te delen of weg te geven, help je mensen met een laag inkomen. Door zaken te laten repareren, creëer je werkgelegenheid. Als bezoekers mensen bezig zien in een Repair Café, krijgen ze ontzag voor de technische kennis en de handigheid van deze mensen. Het gaat dus over veel meer. We praten ook over sociale cohesie."

Hoe heeft hij de proef in Tilburg aangepakt? De gemeente, de kringloopwinkels, Peerke het Meubelmeneerke, La Poubelle en anderen zijn van te voren betrokken in het proces. Partijen hebben informatie uitgewisseld over elkaars werkwijze. Zo kan het ene bedrijf een groot aanbod aan tafels hebben, terwijl er weinig vraag naar is. Bij een andere onderneming kan het juist andersom liggen. Maar ze weten dat niet van elkaar, terwijl samenwerking dan voor de hand ligt.

Waarom heeft hij voor Tilburg gekozen? Dit had niet zozeer te maken met armoede als wel met het algehele klimaat. "Je hebt hier te maken met een bewust publiek. Een bewuste gemeente is ook heel belangrijk. We wisten al uit de literatuur dat Zwolle, Apeldoorn en Tilburg goed bezig zijn. Als onderzoeker hoef je dan niet bij nul te beginnen."

Adviezen
De pilot leverde vijf tips op. Ze zijn primair bedoeld voor de wethouder maar iedereen kan er zijn voordeel mee doen.
1) Zorg voor een One-Stop Shop
Verleen een volledige service op het gebied van kringloop. Leg het verband tussen de kringloopwinkel en de Milieustraat en de uitleenservice in de buurt. Als diensten bij elkaar te vinden zijn wordt het gebruik laagdrempeliger en het aanbod aantrekkelijker.
2) Doe aan bewustwording en communicatie
Kringloopwinkels hebben vaak geen aantrekkelijk imago. De laatste tijd komt een nieuwe beweging op gang. Delen en hergebruik krijgen een andere connotatie. Dit waardeconcept kun je koppelen aan andere dingen: de al genoemde sociale cohesie.
3) Schep een efficiënt opslag- en verdeelsysteem
De een heeft weinig ruimte en veel vraag, de ander kent veel aanbod. Samenwerken kan leiden tot gedeelde opslag. Op die manier heb je als bedrijf een buffer en hoef je minder te weigeren.
4) Zorg voor een onderdelenbank
Dit spreekt eigenlijk vanzelf: repareren gaat beter als je vervangende onderdelen kunt vinden. Autosloperijen werken al langer op die manier.
5) Bewaar waardevolle spullen na rommelmarkten
Zeker in Tilburg, stad van de Meimarkt, een advies waar mensen zich wat bij kunnen voorstellen. Want daags daarna wordt er een partij weggegooid terwijl dat misschien niet nodig is.

Waarde
De ideeën liggen voor de hand. Waarom pakt markt dit niet op? Laten we het aan de markt vragen. Twee ondernemers beklimmen het podium: Theo van der Bruggen van La Poubelle, en Peter Hessels, de Peerke van Peerke. De laatste winkel aan de Korvelseweg is een begrip in Tilburg. Hessels drijft al 33 jaar deze handel in gebruikte meubels. Bijzonder aan het concept is dat Hessels de waarde van spullen vergoedt, ook als spullen bij de mensen worden opgehaald: "Feitelijk ben ik al 33 jaar bezig met waarde geven aan spullen die door mensen afgedankt worden."
Natuurlijk is het gewoon handel. Maar ook Hessels is thuis opgevoed met het idee dat je niets van waarde weggooit: "Mijn ouders hebben de oorlog meegemaakt. Sindsdien werden bij ons álle materialen hergebruikt."

Theo van der Bruggen van La Poubelle meldt dat hun kringloopwinkel eigenlijk bijzaak is. Hoofddoel van La Poubelle is mensen terugbrengen naar het arbeidsproces. Dat lukt bij circa 400 personen per jaar. "Dit zijn heel veel en heel verschillende mensen. Ons hoofddoel is de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen. Dit lukt de ene keer beter dan de andere."

Kijkend naar de geprojecteerde tips van Hidde van Kersen kan Theo ze allemaal afvinken. "We zijn al een one-stop shop. Bij ons kun je spullen brengen, zaken laten repareren, of liever achterlaten. En we geven ook nog een maand garantie."
Peter Hessels spreekt liever van producten waarde geven en waarde laten houden. Het gebruikmaken van de markt en het samenwerken spreken hem aan. "Als ik een inboedel opkoop, kan ik niks met elektrische apparaten. Dus die moet ik bij een ander kwijt. Je kunt zaken ook niet altijd direct terugbrengen naar de markt. Soms is dit gewoon niet haalbaar. Volgens mij zijn er nog grote slagen te maken met het opnieuw verwerken van grondstoffen. Nu wordt men vaak geconfronteerd met hoge stortingskosten van afval, als behoud niet meer haalbaar is. Dat kan beter."

De baas van Poubelle heeft nog wel een tip voor de gemeente: die moet het voor burgers zo gemakkelijk mogelijk maken om van hun spullen af te komen. "De wijk Broekhoven ligt op dit moment 9 kilometer van de dichtstbijzijnde Milieustraat. In een stad met de omvang van Tilburg zou je veel kleinschaliger inzamelpunten moeten hebben. Zonder ingewikkeld te doen met milieuwetgeving."

Is genoteerd.

 


Volgend artikel: Afvalscheiding

Michel Jehae, Frans Post en Hidde van Kersen

Hidde van Kersen

Hidde van Kersen

Hidde van Kersen, Peerke Hessels en Theo van der Bruggen

Peerke Hessels en Theo van der Bruggen

Hidde van Kersen, Peerke Hessels en Theo van der Bruggen


Foto's: Bianca Vleugels

Verslag: Hans van den Berk