De verhouding tussen stad en natuur
Natuurinclusief bouwen komt maar moeizaam vooruit
Bij het woord 'stad' denken mensen in eerste aanleg aan gebouwen, wegen, verkeer, winkels, theaters, bioscopen, horeca en vooruit, ook hier en daar een parkje, gracht of vijver. Men denkt niet direct aan natuur. Maar de natuur trekt zich van dergelijke grenzen weinig aan. Ze kruipt zogezegd waar ze niet gaan kan.
Mede daarom is vorige week een expositie geopend in de LocHal: Stad=Natuur. Creatieve geesten laten daar hun ideeën en ontwerpen zien voor nieuwe vormen van stadsnatuur. Een van de samenstellers van de tentoonstelling is Anneke Moors. Ze is adviseur Architectuur & Vormgeving bij KunstLoc Brabant. Een andere samensteller en tweede gast is architect Victor Retel Helmrich uit Goirle. Eén van de creatieve geesten.
Wat is eigenlijk stadsnatuur? vraagt presentator Frans Post zich af. Anneke Moors vindt dat meteen 'een heel moeilijke vraag'. Eigenlijk valt alles van natuurlijke oorsprong in de stad onder de definitie. Maar ja, welbeschouwd zijn mensen ook deel van de natuur. Maar in het algemeen moeten we bij stadsnatuur denken aan groen en dieren die ook in de stad leven. Dat thema is benaderd vanuit meerdere invalshoeken: planten, dieren, bodem, water. Allemaal hebben die een eigen verhaal te vertellen.
Victor kan zich daar wel in vinden: "Ik ben een architect met een heel groen hart. Een echte vogelman ook, ik kom vaak buiten. In mijn optiek is de stad sowieso natuur. Er zitten overal planten, mussen, vleermuizen, gierzwaluwen. Architecten zouden veel meer aandacht moeten geven aan de ontwikkeling van de natuur in en rond hun gebouwen. Ze zijn gewend om de omgeving naar hun hand te zetten. Ik wil de stad geschikt maken voor nog meer natuur. De stad 'poreuzer' maken, en dan praat ik zowel over de bodem als de gebouwen, om de harde scheiding tussen steen en groen op te heffen en zo de natuur meer kans te geven."
Mooie concepten
Anneke heeft de discussie niet voor niets aangezwengeld. Bij KunstLoc is haar aandachtsveld design en natuur maar ze houdt zich ook bezig met maatschappelijke vraagstukken. "Creatieve makers kunnen daar veel in betekenen. Je zou ontwerpers en kunstenaars veel meer kunnen betrekken bij projecten. Hun verbeeldingskracht kan veel bijdragen aan maatschappelijke oplossingen."
Doel van de expositie is om mooie concepten een podium te bieden en makers te prikkelen om met urgente vraagstukken aan de slag te gaan. En tegelijk opdrachtgevers inspiratie te bieden.
Een paar voorbeelden uit de expo worden getoond op het scherm. Eyecatcher is een werk dat al eerder in Tilburg te zien was, de reizende boom. Een rode Volkswagen Golf waar een boom in staat, gemaakt door Hein van Duppen.
"Een absurd beeld dat dan ook de aandacht trekt," licht Anneke toe. "Het verhaal van deze Tilburgse kunstenaar is: waar kiezen we nu eigenlijk voor. De auto heeft al overal gestaan, in Rotterdam op een dak, en Tilburg beleefde een kick-off -met fanfare- in de Heuvelstraat. Zo genereert hij aandacht. Ook in woonbuurten ontstaan discussies. Gaan we meer parkeerplaatsen maken of bomen neerzetten?"
Victor komt met een nieuw idee voor zijn poreuze stad: een soort nieuwe regenpijp die door het gladde beton slingert. "Een heel praktisch voorbeeld," noemt Victor het, "Een simpele en ook mooie manier om natuur met beton te combineren. Groene steden kunnen en mogen best strak en modern ogen, ze hoeven niet per definitie een houtje-touwtje uiterlijk te krijgen zoals je dat vaak ziet in ecologische projecten. Ik doe niet meer dan een paar groeven maken in een gebouw. De natuur gaat die smalle ruimte geleidelijk in gebruik nemen. Mijn hoop is dat mensen dit concept oppikken omdat ze het een leuk idee vinden. Het kan een woningbouwvereniging zijn of een projectontwikkelaar. Lavasteen kun je trouwens ook gebruiken om vergroening van muren te versnellen."
Victor ziet nog een voordeel: als je op het dak geen groendak maar een moerasdak aanlegt, inclusief waterberging en helofytenfilters, dan kan het overtollig water langzaam afvloeien langs de gevels door zijn open sleuf.
Moeizaam
Hoe denkt de architect over natuurinclusief bouwen? Victor merkt op dat het in de praktijk nog lang niet is ingeburgerd. "We hebben nog een lange weg te gaan. De snelle adoptie die we willen gebeurt gewoon niet. De bouwwereld is conservatief en gemeentelijke afdelingen zijn er ook nog lang niet aan gewend. Opdrachtgevers en bedrijven zien vooral risico's. En in het onderwijs leren studenten er ook nog niet over. Ik hoop dat deze tentoonstelling bijdraagt aan een groeiend besef en meer durf."
Wethouder Bas van der Pol van Stedelijke Ontwikkeling verstaat de hartenkreet in het sombere verhaal van Victor Retel Helmrich. "Zelf probeer ik er anders naar te kijken. Ik ken Victor, had hem tien jaar niet gezien. Nu vind ik het ontzettend leuk dat de Stadskas in de LocHal komt. Hij heeft gelijk, architectuur is een traag vak, ik heb het zelf in Eindhoven gestudeerd. We zien nu pas nieuwe concepten doordringen verschijnen in betonbouw en prefab. Maar het is wel weer op een uiterst ingewikkeld moment. Bouwkosten, menskracht, werkelijk alles zit momenteel verkeerd. Overigens was ik uitgenodigd om in het weekend de expositie te openen maar ik begrijp nu dat hij al open is."
En dan weer serieus: "Als opdrachtgevers en beleidsmakers zullen we er harder aan moeten sjorren om duurzaamheid in de bouw te brengen. Wel ben ik iets optimistischer dan Victor. Iedere innovatie begint met een trage aanloop. Ondertussen hebben we het wel allemaal opgeschreven, het begin is gemaakt."
Van de week bezocht wethouder Van der Pol nog op de valreep de Floriade in Almere. "Er is veel kritiek op de wereldtuinbouwtentoonstelling maar er staan beslist interessante en hoopgevende paviljoens. Je moet voortdurend met aandacht naar deze opgaven kijken."
Tilburg zit ondertussen niet stil. Recent is bijvoorbeeld een kaart van de stadsnatuur gemaakt. "We gaan nu de Besterdring herinrichten. Veiliger en duurzamer, we willen een andere kwaliteit. Hetzelfde gebeurt met de Korvelseweg. En het Pater van den Elsenplein is nu een parkeerplaats, dit wordt ook opnieuw ingericht. Zo proberen we stap voor stap onze stad meer poreus te maken."
Anneke besluit met een meer filosofische overweging. "Ons grootste dilemma is: hoe ga je om met schaarse ruimte. Hoeveel ruimte geef je aan de natuur." De spanning tussen kunst- en natuurlijke objecten is vergelijkbaar met die tussen natuur en steen bij de aanleg van een wijk. "Als je daarvoor open staat kan de uitkomst wel eens anders worden dan men aanvankelijk voor ogen had."
De expositie Stad=Natuur is nog tot en met 20 november te zien in de LocHal.
Volgend artikel: Dag van de Stad
Anneke Moors (r)
Victor Retel Helmrich (l)
Verslag: Hans van den Berk
Foto's: Marieke Prins