60 jaar na dato
Leren van de Watersnoodramp
De eerste gast is een wetenschapper. Reyer Gerlagh is sinds 26 november 2010 hoogleraar Milieueconomie aan de Universiteit van Tilburg. Zijn inaugurele rede draagt als veelbetekenende titel 'Duurzame groei, of na ons de zondvloed'. Die titel krijgt vanavond extra gewicht omdat exact zestig jaar geleden de dijken braken in Zeeland en ook in grote delen van West-Brabant. 1800 mensen vonden de dood.
In 1953 zag men de watersnoodramp niet aankomen en het was ook bepaald geen klimaatramp. In de nasleep ervan is veel kennis ontwikkeld. Tegenwoordig worden waterstanden en springvloeden nauwlettend in de gaten gehouden. En dus weten we dat het water verder zal gaan stijgen. Sowieso krijgen aardbewoners te maken met merkbaar extremer weer. Queensland (Australië) kampt momenteel met overstromingen en ook in Engeland zijn de mensen niet blij. Wordt watersnood in de toekomst normaal? Hoe zit dat? We vragen het aan de professor.
Gerlagh heeft "helaas slecht nieuws: ik denk niet dat we iets aan het klimaat kunnen veranderen." Hij ziet extreme weergebeurtenissen en rampen als twee verschillende dingen. "Voor een ramp is nodig dat mensen slecht met een extreme gebeurtenis omgaan. Als ze er goed mee omgaan, gebeurt er geen ramp. Wereldwijd beschouwd neemt het aantal rampen op de wereld snel af. Conclusie: we doen het nu gewoon beter."
De hoogleraar wil het klimaatprobleem niet bagatelliseren; het kan wel degelijk een ramp worden op zeer grote schaal. "Misschien kun je de vergelijking maken met de ramp van 1953. Het effect zal dan ongeveer 10.000 keer zo groot zijn. Hoe ik daarbij kom? De ramp in Zeeland voltrok zich in 1 a 2 dagen en voltrok zich plaatselijk. Klimaatverandering heeft 100 jaar nodig en doet zich globaal gelden."
Luxe ramp
Ook de onzekerheid speelt de wetenschappers parten. "In 1953 hadden we wel degelijk het risico kunnen zien. Toen was Nederland niet voorbereid. Nu zien wetenschappers ook een risico maar we weten het niet zeker... Het effect kan meevallen en dan wordt het gewoon lekker warm. Maar het kan ook verschrikkelijk tegenvallen." Kortom: we kijken naar een tijdschaal die 10.000 keer zo lang is, en daardoor blijft het probleem ook eeuwenlang naijlen. Je praat dus over een heel ander soort ramp.
Gerlagh gaat nog een stapje verder. "Eigenlijk kun je het klimaatprobleem anno nu beschouwen als een luxeprobleem. Een luxe ramp zo je wilt. Er gaan niet heel veel mensen tegelijk dood, zoals met de tsunami van 2004. Het klimaatprobleem is cultureler. Vergelijk het met de vernietiging van die grote Buddabeelden door de Taliban in Afghanistan. Of hier lokaal, stel dat de Hasseltse Kapel zou worden vernietigd. Hoe zouden we dat vinden. Is het een ramp?"
Gerlagh bedoelt aan te geven dat mensen bij het klimaatprobleem niet zozeer direct hoeven te vrezen voor hun eigen leven. De rekening zal worden betaald door de natuur. "Dat weten we wel redelijk zeker. De Amazone zal uitdrogen, complete koraalrifen zullen verdwijnen. Veel natuurlijke rijkdommen zullen worden kapotgemaakt."
Toch is de Tilburgse hoogleraar niet pessimistisch. Want eigenlijk is het klimaatprobleem alleen een energieprobleem. "Feitelijk hoeft de mensheid alleen maar over te stappen op vernieuwbare energie. Vaak wordt geroepen dat zoiets onbetaalbaar is. Als je er kritisch naar kijkt kost de transitie naar duurzame energie ons 2 procent van ons totale inkomen. Denk je eens in: voor 2 procent kun je het hele klimaatprobleem oplossen! Dat is minder dan de nieuwe ziektekostenverzekering. Minder dan de stijging van de defensie-uitgaven in de jaren 80. Er is niet meer nodig dan dat we één jaar economische groei opgeven om het klimaat te redden."
Vergis je niet, twee procent van alles is een hoop geld, besluit Reyer Gerlagh. "Echter de vraag is niet of het duur is maar wie het betaalt. De winnaars zijn al bekend: dat zijn de producenten van schone energie. De verliezers kennen we ook: dat zijn de producenten van fossiele energie. Reken maar uit wiens belang het grootste is. En wie het meeste macht heeft."
Een academische vraag, zouden we zeggen. Daarmee is de warming-up van de avond een feit.
Volgend artikel: Een Pijnlijk Ganzenakkoord





Foto’s: Wendy Presser
Verslag: Hans van den Berk